Vijf Natuurgebieden

Reitdiep en Reitdiepdal

Het Reitdiep is een voormalige zeearm die vanuit de Drentse zandgronden via de stad Groninger (Noorderhaven) naar het Lauwersmeer loopt. Vroeger was het een open waterverbinding van de stad Groningen naar de Lauwerszee, waardoor tot in de stad de invloed van eb en vloed merkbaar was. Door de aanleg van schut- en spuisluizen en later door de afsluiting van de Lauwerszee is de afwisseling van de getijden verdwenen. Nu is het een prachtige meanderende waterweg met mooie rietkragen, en tevens ‘de staande mastroute’ tussen Groningen stad en het Lauwersmeer.

Het Reitdiepdal ten noordwesten van de stad Groningen dankt zijn identiteit aan de sporen van 2500 jaar bewoning in het Middag Humsterland en vechten tegen het water. Het gebied is door de zee gevormd, waarbij een kwelderlandschap ontstond. Door dit landschap liepen tal van beken, geulen en prielen, die vanaf het Drents plateau in noordelijke richting afwaterden. Langs waterlopen met verhoogde oeverwallen ontstond een reeks wierdedorpen.

Op het eerste gezicht is het ‘Reitdiepdal’ groen en vlak met af en toe een boom. Maar wie goed kijkt ziet de hoogteverschillen in het landschap. Op het grasland bloeien vele bloemen. De bodem van het ‘Reitdiepdal’ bestaat uit een meter dunne schil van zachte zeeklei. Omdat de zeeklei nauwelijks water doorlaat zijn de talrijke sloten het gehele jaar goed gevuld. In deze sloten zijn bijzondere moerasplanten, zoals lidsteng, krabbescheer en holpijp.

In het voorjaar zijn talloze broedvogels te vinden aan weerszijden van de rivier. Deze gebiedenzijn in trek bij broedvogels zoals de grutto, wulp, snip, tureluur en de scholekster. De zomertaling broedt incidenteel in het gebied. Ook buiten het broedseizoen is het 'Reitdiepdal' een belangrijk vogelgebied. In de herfst en winter komen er veel vogels die zich op de graslanden vol eten voor de winter. Met name Kievit en Goudplevier komen dan in grote hoeveelheden voor. In de winter zijn er veel knobbelzwanen te zien.

Het gemaal ' de Waterwolf' bij Electra en het oude sluizencomplex van Aduarderzijl bieden een prachtig uitzicht op het Reitdiep.


Nationaal landschap Middag Humsterland - een uniek cultuurlandschap

Middag-Humsterland behoort tot de oudste cultuurlandschappen van West-Europa en bestaat uit open landschap met vruchtbare kweldergrond. Het maakt deel uit van het Reitdiepgebied, het stroomgebied van de oude rivier de Hunze. In het landschap 'verscholen' liggen het voormalige kwelder schiereiland Middag en het kweldereiland Humsterland. Beide eilanden zijn rond de 6e eeuw voor Christus ontstaan uit twee van elkaar gescheiden wadzand-platen. Middag komt van'Mid oog' oftewel 'middelste eiland'. Humsterland is afgeleid van 'Hugmerchi': de 'Marke' (vergelijkbaar met een gemeente) van de 'Hugas' (voorlopers van de Franken).

De eerste nederzettingen van voor de 5e eeuw voor Christus lagen op het natuurlijk kwelderoppervlak op hoger gelegen kwelder- en oeverwallen en werden 'vlaknederzettingen' genoemd. Door eeuwenlange slibafzetting in de monding van de Hunze zijn de wadzand-platen geevolueerd tot hogere delen in de rijke klei-landschappen zoals we die nu nog kennen. In perioden van sterke zeespiegelstijging versterkten de bewoners deze verhogingen en oeverwallen met kwelderzoden en kwelderklei tot 'wierden'. Deze wierden, die uitstaken boven het omringende getijdenland, maakten meer permanente bewoning mogelijk en boden de bewoners en hun dieren bescherming bij overstromingen. Vanaf de 5e eeuw voor Christus is Middag-Humsterland onafgebroken bewoond geweest en sinds de jaartelling bewerkten boeren het land. Het gebied heeft nog veel sporen van een interessante en eeuwenoude geschiedenis. 


Nationaal Park Lauwersmeer - een vogel paradijs

Het Lauwersmeer is een weergaloos natuurgebied. Vroeger stroomden zoet en zout water hier in elkaar over. Tot 1969 voeren de zeilende vracht- en vissersschepen vanaf de Waddenzee, via het Lauwersmeer door het 'Zoutkamper Ril' via het Reitdiep naar de stad Groningen. Het 'Zoutkamper Ril' was alleen bevaarbaar met opkomend tij. Met afgaand tij stond er teveel tegenstroom om tegen de wind in te zeilen, en met laag water was dit stuk vaarwater niet diep genoeg. De schippers die niet op tijd waren moesten ankeren bij de 'Babbelaar' aan het begin van het Zoutkamper Ril. 

Het Lauwersmeer, op de grens van Groningen en Friesland, is ontstaan toen in 1969 de Lauwerszee van de Waddenzee werd afgesloten met een dam. Op de voormalige zeebodem ontstond een nieuw landschap, een echt vogelparadijs voor weide vogels, watervogels, bosvogels en allerlei roofvogels. Het is één van de belangrijkste vogelgebieden van West-Europa. In dit gebied broeden ruim honderd vogelsoorten en overwinteren ieder jaar tienduizenden ganzen in het voor- en najaar. Tijdens de vogeltrek, is het gebied een tijdelijk thuis voor duizenden vogels. Het open water van het Lauwersmeer is een veilige drinkplaats en slaapplaats voor vogels. Het is een belangrijk voedselgebied voor visetende vogels, zoals fuut en zaagbekken en voor duikeenden, zoals kuifeend en tafeleend. Sinds 2009 broeden zeearenden in het gebied. De ‘vliegende deuren’ verblijven vrijwel het hele jaar in het park.

Op de weidse vlakten grazen Schotse Hooglanders en wilde Konikspaarden. Sinds 2023 is de Goudjakhals gesignaleerd in het Lauwersmeer. Dit nieuwe roofdier is schuw en leeft vooral 's nachts. De goudjakhals jaagt op allerlei wild, aas, diverse planten en kan ook toeslaan op los lopend jong vee.  

Op de nog wat zilte voormalige zeebodem groeit beperkte orchideeën en parnassia.

Vissersvloot Lauwersoog

Vissershaven Lauwersoog is sinds 1969 de thuishaven voor vissers uit Zoutkamp en Oostmahorn. Op donderdagmiddag en vrijdagochtend komen de vissers binnen van zee. Dit is mooi te zien vanaf een dakterras bij de vissershaven van Lauwersoog.

Klimaatbestendige Landbouw

Naast de delen waar de natuur min of meer haar gang mag gaan, is er rond het Lauwersmeer ook ruimte voor landbouw. Boerentelen zijn op een soortgelijke zoetwaterlens die op het zoutere grondwaterdrijft. Om ervoor te zorgen dat dit ook in de toekomst nog kan, wordt er aan de zuidkant geëxperimenteerd met klimaatbestendige landbouw. Onder andere in de proefboerderij Kollumerwaard. Aan de lappendeken van verschillende veldjes zie je dat het hier niet om 'gewoon' boerenland gaat.

 

Het Waddengebied – laatste wildernis van Nederland

Het Waddengebied is het grootste natuurgebied van Nederland. Wie Wadden zegt, denkt aan de Waddeneilanden. Het is inderdaad zo dat we prachtige eilanden hebben, maar er is veel meer: ​​de Waddenzee, het kustgebied en de eilanden. Als gevolg van een voortdurend samenspel van wind, stroming en getijden ontstaan ​​een steeds weer veranderend gebied van eilanden, zandbanken, geulen, zand- en wadplaten, kwelders, stranden en duinen. De bijzondere geologische verscheidenheid heeft het gebied tot een thuishaven gemaakt voor duizenden bijzondere plant- en diersoorten die zich hebben weten aan te passen aan hun veranderende omgeving. Het hele Waddengebied is in 2009 door UNESCO uitgeroepen tot Werelderfgoed Waddenzee 

De Waddenzee die wij delen met Duitsland en Denemarken is uniek als grootste getijdengebied en droogvallende zee ter wereld. Het is een kom, gemaakt door de monding van de Eems. Door grote stormvloeden in de 12e en 13e eeuw kreeg de Waddenzee haar huidige vorm. De ondiepe zee is een dynamische wildernis, altijd in beweging, en door invloed van eb en vloed veranderende natuur en landschap voortdurend. Door weer, wind en water ontstaat er een zilte natuur met slikken, kwelders, duinen, geulen en zandplaten, waar allerlei dieren en planten leven. Deze zilte natuur is een explosie van biodiversiteit. Mosselbanken, soms honderden meters lang en meer dan een meter hoog, vormen de accommodatie voor heel veel dieren, van alikruiken tot krabben en garnalen. Ze herbergen diepe poelen waarin vissen zoals grondel en bot hun heil zoeken.  In de luwte, tot honderden meters achter de riffen, vinden vele andere bodemdieren een thuis, zoals kokerwormen en  kokkels. 

De verscheidenheid en het aantal wadvogels is overweldigend. Van veel soorten trekvogels gebruikt een groot deel van de wereldpopulatie het wad als tankstation tijdens de trek. Meer dan tien miljoen vogels broeden of overwinteren in het gebied. Meer dan dertigduizend zeehonden vinden er roest en ruimte. Daarnaast zijn er veel bijzondere vissen en voldoende schaal en schelpdieren.

Vooral de Groningse kant van de ondiepe Waddenzee is een relatief veilige haven voor jonge vis die later de zee op gaat, en daarmee belangrijk als kraamkamer van de Noordzee en zelfs de Atlantische Oceaan. Een groot deel van deze oosthoek van de Waddenzee is verboden terrein, het is het best beschermde en internationaal belangrijkste natuurgebied in Nederland. Alleen op het wad en de zandplaten vanaf de oostkant van Schiermonnikoog kan de waddennatuur echt zijn gang gaan. Het is de meest omvangrijke plek in de hele internationale Waddenzee waar de mens niet vist, geen voedsel verbouwt, niet recreëert en niet in de bodem graaft.

Zuidoostelijk van Schiermonnikoog ligt op het uitgestrekte wad de onbewoonde Groningse Waddeneilanden  'Rottumeroog', het meest oostelijke Nederlandse Waddeneiland, 'Rottumerplaat' en 'Zuiderduin'.

Het behoud van de natuur staat hier centraal. De enige bezoekers zijn boswachters, vogelwachters, beheerders van Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer, af en toe een kunstenaar of een bioloog. Er broeden veel vogels van april tot en met juni. Rottumeroog is te bezoeken met een speciale expeditie in de maanden Augustus tot en met Oktober.

Het droogvallend wad is een unieke ervaring, beleven tijdens een wadlooptocht of droogval-expeditie. Er zijn diverse mogelijkheden naar Schiermonnikoog, Ameland of Borkum. Met een droogval-expeditie is het soms ook mogelijk om naar Rottumerplaat te gaan.

 De Groningse Waddenkust ligt op een strook van 34 kilometer tussen Lauwersoog en de Eemshaven. Zonsopgang en zonsondergang op de dijk bij Lauwersoog zijn een kleurrijke ervaring. In de verte zie je Schiermonnikoog ligt een prachtig uitzicht en hemelsbreed op zo'n 5 km afstand. Wat oostelijker is het onbewoonde Rottum te zien.

Aan de meest oostelijke kust op het grensgebied van Nederland en Duitsland ligt het estuarium de Dollard. De rivier de Eems mondt hier uit en vloeit daarna via de Eemsmonding door naar de Waddenzee. Zoet en zout water komen bij elkaar door de werking van het getij. Dit zorgt voor een bijzonder landschap met planten, vogels, vissen en andere dieren die nergens anders in het Waddenzee leven: je kunt er zeer zeldzame vogels zoals de Kluut en de Tureluur vinden en onder meer fraters, zeehonden en bruinvissen spotten. Tip bij De Dollard is Vogelkijkhut de Kiekkaaste, de enige Nederlandse vogelkijkhut buiten de dijken. Vanaf de dijk is het een kwartiertje lopen naar de Kiekkaaste, maar het pad kan nogal blubberig zijn en is niet aan te raden bij harde wind. De Punt van Reide is een smalle buitendijkse landtong die nog maar af en toe overspeoeld wordt door zeewater. Zowel zeevogels als weidevogels komen hier graag. Met een beetje geluk spot je zeehonden in het aangrenzend wad!

Achter de dijk ligt uitgestrekt Kwelderlandschap waar de Waddenzee vrij spel heeft. Hier ligt ook het kleinste open zeehaventje van Nederland: Noordpolderzijl. Het grootste deel van de kwelders is alleen toegankelijk met gidsen, tijdens excursies buiten het broedseizoen vanuit het Bezoekerscentrum Waddenkust in Pieterburen. 

Gezonde Visstand

Een aantal vissoorten, zoals de stekelbaars, paling, rivierprik en spiering trekt vanuit de Waddenzee naar zoete binnenwateren. De laatste jaren worden in steeds meer sluizen, stuwen en gemalen vispassages aangelegd. Hierdoor kunnen vissen weer trekken naar zoet binnenwater, zoals beken, sloten en kanalen, om te paaien en op te groeien. 


Nationaal Park Schiermonnikoog

Schiermonnikoog is het kleinste waddeneiland en één van de meest wilde, ongerepte plekken van Nederland en heeft het breedste strand van Europa. De natuur mag hier nog zijn eigen gang gaan, wat ervoor zorgt dat Schiermonnikoog een zeer dynamische plek is. Het eiland is gevormd door zeestromen en stuivend zand. En dat gaat nog steeds door. Door afkalving en aanslibbing schuift het eiland steeds verder naar het oosten. Op de Balg, het oostelijke puntje van het eiland, hebben zand, wind en water vrij spel en spoelt vaak veel aan. De Noordkromp (oeroud schelpdier) en de Wulk (groot slakkenhuis) zijn hier volop te vinden. Wandelend door de Kooiduinen zijn via een hoge rug de kwelders bereikbaar. Op de kwelder Kobbeduinen broeden in het voorjaar talloze vogels. Door de grote verscheidenheid aan landschappen (strand, bos, duinen, kwelder, wad, polder en de Westerplas) komen op Schiermonnikoog zo’n tienduizend planten- en diersoorten voor.

Wandelingen en excursies zijn mogelijk met een eilander gids vvvschiermonnikoog.nl/ of met Staatsbosbeheer en IVN.